Onze uitgangspunten:
Als wij denken aan kinderen met kenmerken van begaafdheid, gaan wij uit van het volgende:
- Iedere leerling is anders en heeft andere educatieve behoeften. Deze behoeften kunnen veranderen gedurende de tijd.
- Begaafdheid is in potentie aanwezig, maar is niet altijd zichtbaar.
- Educatieve behoeften van het kind zijn belangrijker dan een gemeten hoog IQ.
- Afhankelijk van de educatieve behoeften wordt er gekeken welke interventies passend zijn bij de individuele leerling (in en/of buiten de eigen klas). De behoeften kunnen gedurende de tijd veranderen.
- We kijken wat is wenselijk en wat is maximaal haalbaar.
Hoe doen we dat in de klas?
Iedere leerkracht heeft in de klas een kiesmap en een kieskast. Hierin zitten diverse uitdagende materialen, zoals werkboekjes, smartgames en uitdagend constructiemateriaal. Als de leerkracht signaleert dat een leerling meer aankan dan de gemiddelde leerling, zal de leerkracht materiaal uit deze kiesmap en kieskast aanbieden. De leerling krijgt hiervoor instructie en het werk wordt nabesproken.
De leerkracht bekijkt of het nodig is om het reguliere aanbod te compacten. Dit betekent dat de leerling niet alle basisstof hoeft te maken.
Naast de kiesmap en kieskast zijn we als schoolteam ons aan het verdiepen in ‘ontdekkend en onderzoekend leren’. We zullen in 2024-2025 studiedagen rondom dit thema volgen. Ontdekkend en onderzoekend leren is een manier van werken die aansluit bij alle leerlingen, maar zeker ook bij de onderwijsbehoeften van de kinderen met kenmerken van begaafdheid.
Onderzoekend en ontdekkend leren past mooi bij de specifieke leereigenschappen van kinderen met kenmerken van begaafdheid. Zij hebben een natuurlijke drang om te ontdekken en te onderzoeken, en dat is een speerpunt bij ontdekkend leren. Het stimuleert creativiteit en originaliteit en biedt veel ruimte voor eigen inbreng, dat vinden deze kinderen fijn. Andere leereigenschappen van kinderen met kenmerken van begaafdheid die goed van pas komen bij onderzoekend en ontdekkend leren zijn:
- Ze willen in grote stappen naar het einddoel.
- Ze houden niet van herhaling.
- Ze zijn snel van begrip.
- Ze hebben een grote algemene interesse.
- Ze kunnen snel verbanden leggen tussen nieuwe en oude kennis.
- Ze hebben doorgaans een sterk analytisch inzicht.
- Ze hebben doorgaans een groot probleemoplossend vermogen.
Klik hier voor meer informatie over onderzoekend leren.
Wat als er meer nodig is dan het aanbod in de klas?
Als na ongeveer een half jaar verrijkend aanbod in de klas blijkt dat de leerling nog meer nodig heeft, hebben we het WBS-lab. Dit is een aparte klas naast de reguliere klas waarin kinderen voor een korte tijd per week extra uitgedaagd worden. Het doel van het WBS-lab is om het leren naar een hoger plan te trekken. In het WBS-lab hebben de kinderen de kans om met gelijkgestemden te werken.
Wij maken onderscheid tussen kennisdoelen en vaardigheidsdoelen (o.a. executieve vaardigheden). De nadruk ligt vooral bij het uitbreiden en versterken van specifieke vaardigheden. We gaan daarbij uit van drie doelgebieden (SLO):
- Leren leren - werkhouding, werken volgens plan, manieren van leren
- Leren denken - analytisch, creatief en kritisch denken
- Leren (voor het) leven - inzicht in jezelf, omgaan met anderen
Dit zijn vakoverstijgende doelen gericht op het oefenen en ontwikkelen van vaardigheden. Deze drie doelgebieden dienen als kapstok waaraan we de activiteiten van het WBS-lab hangen.
We hebben twee soorten WBS-lab. Activiteiten in het WBS-lab:
- WBS-lab algemeen:
- Projecten over diverse onderwerpen
- Spaans - methode Juan y Rosa
- Vooruitwerklabboek - lessen op basis van de theorie van Robert Sternberg (analytische, creatieve en praktische intelligentie)
- Programmeren - methode Scratch en andere materialen
- Toegepaste filosofie
- De kinderen krijgen per week voor ongeveer 2 uur werk mee om in de klas te maken.
- De kinderen kunnen ook huiswerk meekrijgen.
- WBS-lab Rekenen XL
- Rekenprojecten voor leerlingen die zeer sterk zijn in rekenen.
- Kinderen krijgen ook werk mee om in de klas aan te werken.
Het is niet altijd vanzelfsprekend dat alle kinderen met kenmerken van begaafdheid overal goed in zijn. Sommigen weten bijvoorbeeld niet hoe ze moeten leren en missen dus vaardigheden op het gebied van “leren leren”. Anderen hebben misschien wel moeite met doorzetten. In het WBS-lab kiest de leerling zelf aan welke vaardigheden/vaardigheid hij wil werken en formuleert hij een persoonlijk doel. De WBS-lab-begeleider coacht en stuurt bij.
Ouders kunnen hun kind niet zelf aanmelden voor het WBS-lab. Uiteraard kunnen ze wel hun wens aangeven bij de leerkracht van hun kind. Ouders moeten toestemming geven om deel te nemen aan het WBS-lab.
Voordat een leerling deelneemt, bespreken de leerkracht en de intern begeleider/begaafheidspecialist de leerling. Indien wenselijk wordt de leerling ook besproken met een andere interne specialist, bijvoorbeeld als er ook sprake is van (vermoedelijk) dyslexie, dyscalculie of ADHD, autisme.
Ieder (half) jaar wordt door school opnieuw gekeken of het WBS-lab nog de juiste interventie is voor de leerling. ‘Eens in het WBS-lab, altijd in het WBS-lab’ geldt dus niet!
In 2024-2025 worden de WBS-lab lessen gegeven door een externe leerkracht: Martine Segers.
Wat als het WBS-lab ook niet voldoende blijkt te zijn?
Soms is bovengenoemde begeleiding niet voldoende. In dat geval kunnen we advies vragen aan externe specialisten, zoals de adviseur van het samenwerkingsverband, de schoolmaatschappelijk werker of een jeugdconsulent. Het kan zijn dat wij extra geld ontvangen van het samenwerkingsverband om de leerling te begeleiden (arrangement). Soms is er een onderzoek nodig om de educatieve behoeften in kaart te brengen.
Binnen ons samenwerkingsverband hebben we ook een steunpunt begaafdheid waar we advies kunnen vragen.
SBO (speciaal basisonderwijs) De Bonte Vlinder
Mocht ondanks het uitvoeren van de adviezen, de leerling nog steeds vastlopen, dan zoeken we samen met u naar andere mogelijkheden, zoals een andere basisschool, speciaal basisonderwijs (SBO), of speciaal onderwijs (SO).
Binnen ons samenwerkingsverband hebben we een SBO die zich heeft gespecialiseerd in onderwijs aan dubbel bijzondere kinderen. Dubbel bijzonder betekent dat de leerling begaafd is en daarnaast ook een leer- of ontwikkelingsstoornis heeft (of kenmerken daarvan). Gelukkig lopen niet alle dubbel bijzondere kinderen vast in het basisonderwijs, maar sommigen dus wel. De Bonte Vlinder in Den Haag biedt een onderwijsplek voor deze kinderen.
Ouders kunnen hun kind hier niet zomaar aanmelden bij deze school. Er is een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) nodig om naar deze school te gaan. Een TLV kan alleen aangevraagd worden via een MDO, zie hierboven. In het MDO moet blijken of een leerling aan de criteria voldoet. Uiteindelijk moet de directeur van het samenwerkingsverband haar goedkeuring geven voor de TLV.
Klik hier voor de website van De Bonte Vlinder.
Kijk bij het kopje leerlingenzorg voor meer uitleg over het MDO en POZO.
Onze visie op versnellen
Een hoogbegaafde leerling kan qua kennis zo’n beetje halverwege groep 5 al klaar zijn met de basisschool als je hem de leerstof versneld zou aanbieden. Wij zijn echter op onze school niet voor versnellen, maar meer voor verdiepen en verrijken van de leerstof. Wij zijn van mening dat leren niet alleen het opdoen van kennis betekent. Wij willen ook dat kinderen leren falen, doorzetten, plannen, samenwerken, een mening vormen, blij leren zijn met het succes van een ander, enzovoort. Kinderen moeten leren twijfelen, fouten maken en leren dat fouten maken erbij hoort. Zij moeten ook leren omgaan met klasgenoten die geen kenmerken van begaafdheid hebben. Om dit te leren, heeft ieder kind iets anders nodig.
Omdat geen enkel kind hetzelfde is, sluiten wij een of meerdere klassen overslaan niet uit, maar onze voorkeur gaat dus uit naar verdiepen en verrijken in hun eigen groep met leeftijdsgenoten.